Blog 30 – Tronkenbij en Heelblaadje

04 september 2023

Toen ik in 2019 begon met insecten te fotograferen was ik verrast dat er ook een Tronkenbij tussen zat. Dit ieniemienie zwarte bijtje, nog geen één centimeter lang, was me nooit eerder opgevallen. Ik las al snel dat de vrouwtjes op gele composieten nectar zochten en makkelijk te verleiden zijn om in het bijenhotel hun nestjes te maken. Ik kocht een paar Heelblaadjes bij Cruydthoeck en gaf ze een zonnige en vochtige plek in de tuin. Een vriendin die ik dit trots liet weten, zei: “Oh Henk, dat woekert wel hoor!” Een beetje geschrokken wachtte ik af wat er zou gebeuren. Ik kan vast verklappen dat ze gelijk had, maar het is er ook wel weer makkelijk uit te halen, dus ik maak me niet zo’n zorgen. Heelblaadje is een composiet. Dat betekent dat de bloem eigenlijk uit een heleboel kleine buisbloempjes bestaat. En dat is voor kleinere insecten, zoals Tronkenbijtjes en zweefvliegen, juist ideaal om er voedsel te zoeken. De bladeren zijn een beetje viltachtig. Daar vind ik soms Dwergcicaden op. Heelblaadje groeit ook in het Twiske en daar wordt het zo’n 40 cm. In onze tuin wordt het wel bijna een meter. De grond zal er wel (te) rijk zijn. Een aantal jaren geleden heb ik er flink wat bladcompost op gebracht en dat leverde een groeispurt en mooie planten op. Als ik nu delen van de tuin zou ophogen zou ik het met scherp zand doen, juist om de grond te verarmen. Dat vergroot ook nog eens de biodiversiteit. Op wilde-planten.nl lees ik dat de naam Heelblaadje verwijst naar de helende werking bij verwondingen. 

Maar nu weer terug naar de Tronkenbijtjes. Vanaf mei zijn eerst de mannetjes te vinden, kort erna verschijnen de vrouwtjes en die zijn zelfs tot en met september actief. Het is een van de laatste actieve wilde bijen in de tuin. Als nu de zon op het bijenhotel schijnt, dan gonst het van de vrouwtjes die de laatste hand aan hun nest leggen. 

Tronkenbijen gebruiken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Rosse metselbij, het oude nest. Daar wordt eerst alle oude afval uitgegooid. Het vrouwtje maakt vervolgens eerst een verticaal wandje van boomhars. Dan gaat ze stuifmeel verzamelen. Dat doet ze met haren op haar buik, de buikschuier. Aangeland op een gele composiet (Heelblaadje, Boerenwormkruid, Jacobskruiskruid, Ganzenbloem) begint ze met een trillende beweging stuifmeel in die buikschuier te verzamelen, die blijft tussen de haartjes hangen. Aangekomen bij het nest wordt het stuifmeel met haar achterpoten van haar buikharen verwijderd. Geregeld wordt er uit haar krop nog wat nectar aan toegevoegd. Een eitje erbij en dan de nestcel afsluiten met een wandje hars. Zo komen er een tiental nestcellen achter elkaar te zitten. De nestingang wordt definitief afgesloten als de gang vol met nestcellen zit. Eerst wordt er een harsprop aangelegd en daarna afgewerkt met steentjes en dergelijke. Zo’n afsluiting is bedoeld om te voorkomen dat het de sluipwesp, met haar lange en flexibele legboor, lukt om toch nog een gaatje te vinden haar eitjes in de nestgang af te zetten. Lees het volledige verhaal in ‘Gasten van bijenhotels’ door Pieter van Breugel.

Een andere dankbare composiet waar Tronkenbijen en andere insecten voedsel vinden zijn soorten uit de Kruiskruidfamilie. Op het Dorspad, dwars door de Landsmeerderpolder, vond ik Moeraskruiskruid, een leuke gele bloeier in de 2e helft van de zomer. Er is zaad verzameld en meteen maar opgekweekt om te testen hoe die zich in de tuin gedraagt. De plant houdt van vochtige bodem en wordt niet aangevreten door slakken. Dit jaar heeft de plant zich mooi ontwikkeld en ik verwacht dat hij in het voorjaar weer mooi tot ontwikkeling komt.

Heb je nog vragen stuur dan een email naar: Henk@wilmkebreek.nl

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.wilmkebreek.nl/index.php/2023/09/blog-30-tronkenbij-en-heelblaadje/