Landsmeerderdijk

De Landsmeerderdijk-Oostzanerdijk naast de Wilmkebreekpolder maakt deel uit van de Waterlandse Zeedijk, de oude zeedijk aan de noordzijde van het IJ . In 2001 heeft de provincie Noord-Holland de status van provinciaal monument verleend aan de Waterlandse Zeedijk. Ook de vroegere doorbraakgebieden, zoals de Wilmkebreek, de Kadoelerbreek en de Buiksloterbreek, hebben de status van provinciaal monument gekregen. Op de pagina ‘Geschiedenis‘ wordt wat dieper ingegaan op de historie van de dijk.

Landsmeerderdijk met bloeiend Fluitenkruid

Keuring van de dijk

De Waterlandse Zeedijk is in beheer bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Lange tijd werd de dijk over zijn gehele lengte als primaire kering gezien, maar sinds januari 2017 is de status van het deel van de dijk, dat niet in directe zin hoog water hoeft te keren, verlaagd tot regionale kering. Dit geldt ook voor het dijkvak ter hoogte van de Wilmkebreekpolder (dit dijkvak omvat de Landsmeerderdijk en een deel van de Oostzanerdijk). Niettemin blijven voor dit dijkvak nog vele jaren de hoge sterkte-eisen van de primaire kering van kracht, dit omdat op enkele andere plaatsen de veiligheid tegen overstroming nog niet op orde is. Die sterkte-eisen zijn uitgedrukt in een faalkans van de dijk: deze mag maximaal 1/1000 per jaar zijn. HHNK heeft in 2010 vastgesteld dat het dijkvak ter hoogte van de Wilmkebreekpolder niet aan deze sterkte-eisen voldoet en is daarom sindsdien bezig geweest met het maken van plannen om het dijkvak te versterken.

Bij die versterking ging het concreet om het dijktraject tussen Appelweg en Kadoelerbreek. De dijk heeft hier een kruinhoogte van ca. NAP+2,8m. In de berekeningen van HHNK werd uitgegaan van een calamiteitenwaterstand van NAP+0m op Zijkanaal I, een waterstand die slechts 0,3m tot 0,4m hoger is dan de normale, dagelijkse waterstand. De dijkhoogte was dus ruim in orde, maar volgens de berekeningen van HHNK was het dijklichaam zelf niet stabiel genoeg (met gevaar van afschuiven van het dijklichaam over de slappe ondergrond).

Tot ieders verrassing kwam HHNK in juni 2021 met het bericht naar buiten dat de dijk toch voldoende stabiliteit heeft. Dit volgde uit aanvullend grondonderzoek in de dijk en na nieuwe sterkte- en stabiliteitsberekeningen. Daarmee kwam een einde aan een vele jaren durend onderzoeksprogramma naar mogelijkheden om de de dijk te versterken en te stabiliseren. Hieronder is te lezen hoe die plannenmakerij naar buiten werd gebracht en wat de reactie was van de Vereniging tot Behoud van de Wilmkebreekpolder.

Varianten dijkversterking

HHNK heeft in al die jaren diverse malen plannen voor versterking van de dijk aan de buurtbewoners gepresenteerd, de laatste maal op de inloopavond van 8 april 2019 in het Concertgemaal. De alternatieven liepen uiteen van lichter maken van de dijk, verflauwen van het binnentalud van de dijk door middel van grondaanvullingen, tot het slaan van stalen damwanden. Het door HHNK gekozen voorkeursalternatief werd op de inloopavond van 8 april 2019 bekend gemaakt. Dit alternatief bestond uit het lichter maken van de dijk over het gehele te versterken dijktraject en het stabiliseren van het binnentalud van de dijk door middel van een nieuwe dijkvernagelings-techniek. Die dijkvernageling  zou alleen worden toegepast in het deel van de dijk dat grenst aan de Wilmkebreekpolder en in het deel naast de Kadoelerbreek; het binnentalud zou daarbij met zeer lange trekankers aan de diepe ondergrond worden verankerd. Het lichter maken van de dijk zou worden gerealiseerd door afgraving van de bovenste laag van de dijk (een laag van ca. 1m dik, inclusief wegdek), waarna deze afgegraven laag vervangen zou worden door lichtgewicht materiaal. De bovenkant van de dijk (het niveau van het wegdek) zou dus niet lager komen te liggen.

Reacties buurtbewoners

Uit inspraakreacties kwam naar voren dat veel buurtbewoners zeer bezorgd waren over de omvang van de werkzaamheden, het effect ervan op de eigen woonsituatie, het effect ervan op de als uniek ervaren landelijke omgeving, en over de verwachte langdurige overlast tijdens de uitvoering. Ook was er een breed gedeelde wens om, wanneer de dijkversterkingswerkzaamheden waren afgelopen, het autoverkeer op de dijk sterk aan banden te leggen, vrachtwagens zoveel mogelijk te weren, de snelheid te beperken, sluipverkeer bij opstoppingen op de A10 tegen te gaan, en een strikte controle van de naleving van het éénrichtingsverkeergebod uit te voeren. Meer algemeen zou men graag zien dat een wijkomvattend verkeersplan werd opgesteld.

Brief van de Vereniging aan de gemeente Amsterdam

Omdat de Vereniging tot Behoud van de Wilmkebreekpolder vond dat de gemeente Amsterdam niet mocht blijven toekijken wanneer zeer ingrijpende, veel overlast veroorzakende en kostbare dijkversterkingsmaatregelen door HHNK werden voorbereid, hebben wij de gemeente Amsterdam in de planfase door middel van een brief opgeroepen om samen met HHNK na te denken over de mogelijkheden van een zo’n beperkt mogelijke ingreep. Wij hebben er in de brief op gewezen dat de dijk ons inziens een bewezen sterkte heeft (de dijk heeft in de huidige staat zwaardere belastingen door het water te verduren gehad). We hebben ook voorgesteld om niet de dijk zelf te versterken, maar in plaats daarvan het alternatief van een afsluitbare kering aan de ingang van Zijkanaal I grondig te onderzoeken. Als tweede optie hebben we de mogelijkheid genoemd van een nieuwe sterke beschoeiing langs de waterkant, die zelfstandig een verhoogde waterstand kan keren. Daarnaast hebben we voorgesteld om het ‘auto-te-gast-idee’ op de dijk in te voeren, hetgeen inhoudt dat voetgangers en fietsers voorrang hebben en dat het andere verkeer (éénrichtingsverkeer) zich daarbij aanpast en een lage snelheid aanhoudt. De dijk zou zo weer aantrekkelijk kunnen worden voor de vele wandelaars die willen genieten van het uitzicht over weidevogelgebied Wilmkebreekpolder (“Waterland in het klein”) en voor de fietsers die de historische Waterlandse-Zeedijkroute volgen. De brief van de Vereniging is hier in te zien.

Gemeente Amsterdam is niet verantwoordelijk voor waterveiligheid

In een gesprek van de Vereniging met vertegenwoordigers van de gemeente Amsterdam en het Hoogheemraadschap (op 8 oktober 2019) liet HHNK weten dat het voorkeursalternatief toch zou worden uitgewerkt. Men verwachtte geen grote aanpassingen meer, en van andere alternatieven werd gezegd dat deze een gepasseerd station waren en al in voldoende mate waren onderzocht in een voorfase (hetgeen door de Vereniging werd betwijfeld). In het gesprek werd wel duidelijk dat HHNK inmiddels had besloten om niet het dijkdeel tussen de huizen aan de Landsmeerderdijk – Oostzanerdijk lichter te maken, maar daar alleen maatwerk-maatregelen te treffen. De gemeente Amsterdam voelde zich overigens niet verantwoordelijk voor de waterveiligheidsopgave en liet weten dit geheel aan HHNK over te laten. De gemeente is wel verantwoordelijk voor de afwikkeling van het verkeer op de dijk en de inrichting van de openbare ruimte op de dijk. In het gesprek werd duidelijk dat de beschoeiing langs de waterkant in Zijkanaal I en de ligplaatsen voor de woonboten eveneens onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen.

Huidige situatie dijktalud

In de huidige situatie geldt voor het dijkdeel dat grenst aan de polder, dat de kwaliteit van de toplaag van het binnentalud in de loop der jaren sterk achteruit is gegaan. Dit hangt waarschijnlijk samen met het tot voor kort gepraktiseerde onderhoud van HHNK: twee- tot driemaal per jaar werden het binnentalud en de benedenberm gemaaid volgens de methode ‘technisch beheer’ (hetgeen inhield dat alle begroeiing werd gemaaid en ter plaatse werd verhakseld). Bij dit zogenaamde ‘klepelen’ bleef het fijngehakte maaisel liggen en verrijkte de bodem. Soorten als Brandnetel (zomer) en Fluitenkruid (voorjaar) profiteerden daarvan en deze soorten domineren nu de begroeiing op het talud. Het gras is grotendeels verdwenen met als gevolg, dat de toplaag van het talud nog slechts weinig doorworteld is en grote kale plekken vertoond. Het dijktalud is hierdoor gevoelig geworden voor erosie, hetgeen de kwaliteit van de dijk niet ten goede komt. Ook is het visuele aspect van de dijk in het geding. De laatste jaren is de begroeiing kort gehouden door begrazing met schapen. Mogelijk zal de situatie hiermee verbeteren.

Voorstel voor inrichting en beheer dijktalud

De Vereniging tot Behoud van de Wilmkebreekpolder ziet graag dat de dijk weer wordt ingericht als een groene dijk met een gevarieerde, kruidenrijke grasmat. Hiermee wordt een mooie overgang verkregen naar de kruidenrijke graslandpercelen in de polder en wordt de natuurwaarde van het gehele gebied versterkt. Ook krijgt de dijk weer de uitstraling die behoort bij een cultuur-historisch belangrijk landschapselement. De vereniging heeft al in 2016 aan HNNK voorgesteld om in samenhang met de voorgenomen versterking van de dijk, het binnentalud en de benedenberm van de dijk opnieuw in te richten. Nu de versterking van de dijk niet doorgaat heeft de Vereniging het voorstel om de dijk op te knappen opnieuw onder de aandacht gebracht van het Algemeen Bestuur van HHNK. De vereniging denkt hierbij aan het ontwikkelen en in stand houden van een bloemrijke gras-kruidenvegetatie op het binnentalud en het ontwikkelen van een brede rietkraag met waterpoelen op de natte benedenberm. Het onderhoud van talud en berm, met name het maaien, dient daarbij meer natuurvriendelijk te worden uitgevoerd. Het voorstel voor inrichting is hier in te zien.

De gemeente Amsterdam is aan zet

De gemeente Amsterdam gaat binnenkort aan de slag met een algehele visie ten aanzien van Zijkanaal I, de dijk en de afwikkeling van het verkeer op de dijk.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.wilmkebreek.nl/index.php/landsmeerderdijk-kadoelendijk/