Zoogdieren

Noordse Woelmuis
Noordse Woelmuis

Er is onderzoek gaande naar het voorkomen van de Noorse Woelmuis. Hij is gesignaleerd in de Kadoelenbreek. De vraag is of hij zijn snuitje ook vertoont in de Wilmkebreek.

Op de site van de de zoogdiervereniging is meer informatie te vinden:

https://www.zoogdiervereniging.nl/zoogdiersoorten/noordse-woelmuis

Van de website: “De noordse woelmuis komt in Europa met name voor in Noord-Scandinavië en ten oosten van de Elbe. Geïsoleerde populaties bevinden zich in Noorwegen, Finland, het grensgebied van Slowakije, Hongarije en Oostenrijk en in Nederland. De Nederlandse populatie wordt beschouwd als een overblijfsel uit de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden). De noordse woelmuis kwam toen tot aan de Alpen en in Engeland voor. Bij het terugtrekken van het landijs is hij in West- en Midden-Europa vrijwel overal verdwenen. In Nederland heeft hij zich tot nu toe kunnen handhaven, hoewel het verspreidingsgebied ingekrompen is en steeds meer versnipperd raakt. De soort leeft tot op een hoogte van 1350 meter. De in ons land levende vorm wordt tot een aparte ondersoort gerekend (Alexandromys oeconomus arenicola), die nergens anders voorkomt. Het verspreidingsgebied valt uiteen in vijf delen: Texel, het Friese merengebied, Noord-Holland noord, het Utrechts/Zuid-Hollandse veenweidegebied en het Deltagebied.”

Normaal is deze goede zwemmer een moerasbewoner, maar op Texel ondervindt hij waarschijnlijk minder concurrentie van andere soorten en komt hij daardoor ook op droge plekken voor. Texel is dan ook een bolwerk voor dit dier. Het voedsel van de Noordse woelmuis bestaat voornamelijk uit rietspruiten, zegges en biezen. Soms worden ook wel insecten gegeten.

Ze leven vooral in rietmoerassen. Daarnaast komen ze ook wel voor in verruigde terreinen, struwelen, schorren en kwelders. Door verdroging, versnippering van de leefgebieden en concurrentie met andere muizensoorten is de noordse woelmuis teruggedrongen tot kleine geïsoleerde leefgebiedjes. Sommige gebiedjes zijn zo klein dat de noordse woelmuis daar niet lang meer kan overleven: het gebied kan simpelweg te weinig individuen herbergen om een gezonde populatie in stand te houden. Ondertussen worden de leefomstandigheden voor geduchte concurrenten van de noordse woelmuis, zoals de veldmuis en de aardmuis, steeds beter. Deze soorten verdringen de noordse woelmuis dan ook vaak.

De noordse woelmuis heeft wel een kwaliteit waarmee hij zijn concurrenten voor kan blijven: het is doorgaans de eerste soort woelmuis die kans ziet om een nieuw leefgebied te betrekken. Dit bleek weer in 1998, toen de soort als eerste de in 1996 opgespoten eilandjes in het Krammer-Volkerak wist te veroveren. Vergroting van de dynamiek van een gebied kan daarom een goede natuurbeheersmaatregel zijn om de achteruitgang van de woelmuizenstand in Nederland tegen te gaan.

In 1994 werd deze soort vanwege sterke achteruitgang in Nederland opgenomen op de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren. De soort is overigens de enige Nederlandse zoogdierensoort die ook via de Habitat-richtlijn beschermd moet worden. Deze richtlijn zou een goede bescherming voor de soort kunnen betekenen. Met de richtlijn moet vooral de versnippering van de leefgebieden tegengegaan worden; één van de grootste bedreigingen van de soort.

Namen:
Ned: Noordse woelmuis (rattekop, rottekop, zeemol)
Eng: Northern vole (root vole, tundra vole)
Fra: campagnol nordique
Dui: Nordische Wühlmaus (Sumpfmaus)
Lat: Microtus oeconomus (Microtus oeconomus arenicola)

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.wilmkebreek.nl/index.php/zoogdieren/