15 april 2021
Gisteren heb ik een leuke lezing ‘Wilde bijenbeheer’ gevolgd van Jan Timmer (Landschap Noord-Holland).
Ik kon die lezing als lid van onze Natuurcommissie volgen, omdat het vogelbeheer van de polder beheerd wordt door de agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken en dat valt weer onder de provincie Noord-Holland. Als natuurcommissie zijn we al tien jaar bezig om de biodiversiteit in en om de polder te verhogen. We houden de vogelstand in de gaten en kijken onder andere naar het voorkomen van wilde bijen en hoe we ze kunnen helpen.
Het is nu medio april en eindelijk wordt het de komende dagen wat warmer. Overdag zal het zo’n 14 of 15 graden zijn en de nachtvorst lijkt voorlopig voorbij. Maar belangrijker nog voor voorjaarsbijen is dat de zon schijnt, dan worden ze actief. Deze kleine solitaire bijen zijn flink behaard en kunnen goed tegen de kou.
Het jaar van een Tweekleurige zandbij (Andrena bicolor) ziet er ongeveer zo uit:
Een vrouwtje kruipt uit haar nest en leeft nog ongeveer 6 weken. Ze warmt een beetje in de zon op en gaat op zoek naar nectar van bijvoorbeeld Paarse dovenetel om weer op krachten te komen en heb je Hondsdraf in de buurt, dan is dat helemaal geweldig. (Je vindt ze ook op Sleedoorn, Wilg, Ribes en Paardenbloem.) Mannetjes komen iets eerder uit en wachten haar op, want er moet onmiddellijk gepaard worden.
Vervolgens wordt een gang in de grond uitgegraven. Bij mij in de tuin zochten ze een open plekje pal in de zon, zonder begroeiing en met redelijk los zand. Het vrouwtje graaft vanuit die gang een of meerdere cellen. Dan wordt stuifmeel gezocht en getransporteerd tot in de broedcel, waar een bolletje van gekneed wordt. Daar bovenop komt een eitje. De binnenwand van de cel wordt afgewerkt. Met tussenschotjes worden eventueel meerdere cellen gemaakt. Als het nest klaar is, gaat het dicht. Binnen 6 weken is de bij in de cel volwassen (de larve was na een paar dagen al uit het ei gekropen, had het eiwitrijke stuifmeel opgegeten en zich daarna verpopt). En dan nog een jaartje wachten. En het is lekker rustig kwa klimaat onder de grond, veel gelijkmatiger dan erboven. Uit een cel waar op 15 april een eitje wordt gelegd, komt het jaar daarop rond 15 april een volwassen zandbij.
Maar ja, zo’n bal stuifmeel met een vette larve of wachtende bij is natuurlijk ook een lekker hapje voor nestrovers. Nog voordat het nest van die Zandbij afgesloten was, zag ik een rood-zwart insect bij de ingang. Het was een Roodzwarte dubbeltand (Nomada fabriciana), een wespbij. Ik had al een vrouwtje op Speenkruid zien zitten, maar las dat deze bij op de Zandbij parasiteerde. Het jong van deze Koekoeksbij doodt eerst de rivalen, dan de larve en eet vervolgens het stuifmeel op.
In het volgende blog zal ik het hebben over de Rosse metselbij (Osmia bicornis), hun mijten en een vlieg als parasiet. Ook deze vroege bij is nu al actief!
Henk van Alst