Op 9 juni zat er al een vrouwtje Grote wolbij lekker van de Bosandoorn te genieten, een plant die ik een paar jaar terug als onkruid eruit trok. En nu ben ik blij met de Bosandoorn, want het trekt sommige bijensoorten aan, zoals de Grote wolbij. Naast het gevoel dat de zomer eraan komt, vind ik deze wolbij namelijk een leuke bijensoort! Het is een flinke en opvallend bij. Hij lijkt op een wesp, maar ze zijn veel ronder. Ze zijn helemaal niet bang aangelegd en je kunt ze rustig bekijken en fotograferen. Het eerste mannetje zag ik wat later, op 26 juni. Meestal komen bij wilde bijen de mannetjes als eerste uit hun cocon, maar bij deze soort zijn het dus de vrouwtjes. Het mannetje is een stuk groter dan het vrouwtje en heeft een flinke beharing aan de – dunne – voorpoten. Het vrouwtje heeft dikkere poten dan het mannetje. Maar aan het gedrag zijn de geslachten ook goed uit elkaar te houden. Hij bewaakt zijn territorium van ca. 1-2 m2 en zorgt dat concurrenten, zoals andere mannetjes, maar ook hommels, honingbijen en grote zweefvliegen ophoepelen. Hij vliegt resoluut op ze af, botst er gewoon tegenaan en gaat terug naar zijn post. Ik heb wel eens gehad dat ik tijdens het fotograferen ineens een mannetje voor mij had, als een helikopter in de lucht, die mij aandachtig zat op te nemen.
Zodra het mannetje een vrouwtje ziet, stormt de bruut meteen op haar af en probeert te paren. Zij wil dat meestal niet en probeert hem van zich af te schudden. Dat lukt soms, maar hij heeft stevige poten om haar te kunnen vastpakken. Anders dan bij andere wilde bijen kunnen er meerdere paringen plaatsvinden met meerdere partners.
Het vrouwtje verzamelt haren van het blad van bijvoorbeeld ezelsoor of op knoppen van prikneus. Ze schraapt die af van blad of knop en bedekt er de nestholte mee. Omdat ik dat wel eens wilde zien, is er dit jaar speciaal voor haar een mooie, jonge Ezelsoor aangeplant, maar ik zie nog geen sporen op het blad dat hier een vrouwtje actief is geweest. In ieder geval gaan de verzamelde haren, de ‘wol’, naar het nest. Vervolgens vliegt ze van bloem naar bloem om nectar en stuifmeel te verzamelen voor haar nest. Op dit moment is het druk bij het bijenhotel en dat vindt zij niet prettig. Ze zoekt liever een rustig plekje op. Haar nest heb ik nog niet gevonden…
Eind juli zijn de meeste nesten wel klaar met gevulde broedcellen. De volwassen bijen sterven spoedig. Vorig jaar zag ik de laatste op 12 augustus. In een paar weken tijd hebben de larven hun voorraad nectar en honing gegeten, zijn een paar keer verveld, spinnen een cocon en wachten het voorjaar daarin af.
De – zeldzame – Geelgerande tubebij parasiteert op de Grote wolbij. Ik fotografeerde een mannetje op Havikskruid.
Transitie
Ik ben in transitie. Of eigenlijk moet ik zeggen: de tuin is in transitie. Mijn denken over tuinieren is aan het veranderen. Ik ben, zoals velen, begonnen met een tuin vol opvallende bloemen, struiken en bomen. Maar na het lezen over insecten en hun relatie met bloemen, begrijp ik dat inheemse insecten voor een groot deel afhankelijk zijn van inheemse planten. Daarom ben ik bezig met een verandering naar veel meer wilde planten in de tuin en probeer ze ook te kweken. De planten moeten wel slakkenbestendig zijn, want anders zijn ze zo weg. Ik ben dus flink aan het experimenteren. Dit jaar is een border zo ingericht dat het merendeel van de planten hier gewoon in de buurt voorkomt. Ik laat het zijn gang gaan en dat is voor mij best lastig. De moerasrolklaver woekert in die border en ik vraag me af hoe ik dat volgend jaar weer ga aanpakken/beteugelen. Maar er zoemen wel enorm veel soorten insecten rond. Zo zijn er nog nooit zoveel Grote wolbijen in de tuin geweest als dit jaar. Ze houden van paarsrode en roze lipbloemigen, zoals Andoornsoorten en Hartgespan, maar ze zijn ook dol op klaversoorten. De border met de Moerasrolklaver is blijkbaar een eldorado voor ze. Naast deze border is er ook nog een hoekje met Betonie en in het moeras is Moerasandoorn aangeplant. Die Andoorns zijn trouwens ook belangrijk voor de Andoornbij (ook zeldzaam) die ik hier af en toe waarneem.
Wil je meer weten, download dan de pdf ‘Gasten van bijenhotels‘.